Het ouderschap van een persoon kan zo nodig door de rechtbank worden vastgesteld. Men spreekt dan van een gerechtelijke vaststelling van het ouderschap. Deze vaststelling kan zelfs nog plaatsvinden nadat de betreffende persoon is overleden. Er zijn twee gronden waarop een gerechtelijke vaststelling kan worden uitgesproken. De eerste grond is dat de persoon de verwekker van het kind is. De andere grond is dat de persoon als levensgezel van de moeder heeft ingestemd met een daad die de verwekking van het kind tot gevolg kan hebben gehad. Het ouderschap kan worden vastgesteld op verzoek van de moeder (tenzij het kind 16 jaar of ouder is) of het kind. De verwekker of instemmende levensgezel kan dus niet een verzoek om gerechtelijke vaststelling van diens ouderschap doen.
De rechtbank zal het verzoek niet toewijzen indien het kind al twee ouders heeft, indien de beoogde ouder op grond van de wet niet een huwelijk met de moeder zou mogen sluiten, of indien de beoogde ouder nog geen 16 jaar oud is. De moeder moet het verzoek binnen vijf jaren na de geboorte van het kind indienen. Is de identiteit van de vermoedelijke verwekker onbekend of weet de moeder niet waar deze verblijft, dan geldt de termijn van vijf jaren vanaf het moment dat de moeder daarmee bekend wordt.
De vaststelling van het ouderschap werkt terug tot het moment van de geboorte van het kind. Bij de uitspraak waarbij het ouderschap wordt vastgesteld, kan de rechter (indien de moeder daarom heeft verzocht) ten behoeve van het kind een bijdrage in de kosten van zijn verzorging en opvoeding of in de kosten van zijn levensonderhoud en studie toekennen.
In de volgende situaties kan zich een gerechtelijke vaststelling van het ouderschap voordoen:
Er is sprake van een huwelijk tussen twee vrouwen (het kind is verwekt met een bekende donor)
De vrouw uit wie het kind is geboren is op grond van de wet moeder van het kind. Wenst de duomoeder het kind niet te erkennen, dan kan de moeder de rechtbank verzoeken om het ouderschap van de duomoeder gerechtelijk vast te stellen.
Er is sprake van een geregistreerd partnerschap tussen twee vrouwen (het kind is verwekt met een bekende donor)
De vrouw uit wie het kind is geboren is op grond van de wet moeder van het kind. Wenst de duomoeder het kind niet te erkennen, dan kan de moeder de rechtbank verzoeken om het ouderschap van de duomoeder gerechtelijk vast te stellen.
Er is sprake van een relatie tussen een man en een vrouw die niet met elkaar zijn gehuwd/geen geregistreerd partnerschap hebben
De vrouw uit wie het kind is geboren is op grond van de wet moeder van het kind. Wenst de man het kind niet te erkennen, dan kan de moeder de rechtbank verzoeken om het vaderschap van de man gerechtelijk vast te stellen.
Het betreft een relatie tussen twee vrouwen die niet met elkaar zijn gehuwd/geen geregistreerd partnerschap hebben
De vrouw uit wie het kind is geboren is op grond van de wet moeder van het kind. Wenst de duomoeder het kind niet te erkennen, dan kan de moeder de rechtbank verzoeken om het ouderschap van de duomoeder gerechtelijk vast te stellen.