Omdat een echtscheidingsprocedure, een procedure tot ontbinding van een geregistreerd partnerschap of een procedure tot scheiding van tafel en bed langere tijd in beslag kan nemen, is het soms noodzakelijk dat er een voorlopige beslissing aan de rechtbank wordt gevraagd. Dit kan door middel van een zogenaamde voorlopige voorzieningen procedure. In een dergelijke procedure kan de rechtbank worden verzocht om:
- te bepalen dat een van de echtgenoten met uitsluiting van de andere echtgenoot is gerechtigd tot het gebruik van de echtelijke woning. Daarbij kan worden bevolen dat de andere echtgenoot de woning dient te verlaten en deze verder niet meer mag betreden;
- te bevelen dat ieder van de echtgenoten aan de andere echtgenoot ter beschikking zal stellen de goederen die hij voor zijn dagelijks gebruik nodig heeft en de goederen die hij voor het dagelijks gebruik van de kinderen nodig heeft;
- te bepalen aan wie van de echtgenoten de minderjarige kinderen zullen worden toevertrouwd. Daarbij kan ook de afgifte van het kind aan de ouder aan wie het wordt toevertrouwd worden bevolen. Bovendien kan daarbij het bedrag worden bepaald dat de andere echtgenoot voor de verzorging en opvoeding van de kinderen moet betalen;
- een regeling vast te stellen inzake de verdeling van de zorg- en opvoedingstaken (of de omgang tussen het kind en de echtgenoot die niet het gezag uitoefent) of inzake het verschaffen van informatie danwel het raadplegen van de echtgenoten over de minderjarige kinderen van partijen;
- te bepalen welk bedrag de ene echtgenoot aan de andere echtgenoot dient te betalen voor diens levensonderhoud.
Is er behoefte aan het vragen van andere voorzieningen, bijvoorbeeld een straatverbod, dan dient daarvoor een kort geding procedure te worden gestart. Alleen de hierboven vermelde punten kunnen in een voorlopige voorzieningen procedure worden verzocht.
Een voorlopige voorzieningen procedure kan zowel voorafgaand aan de echtscheidingsprocedure, procedure tot ontbinding van het geregistreerd partnerschap of procedure tot scheiding van tafel en bed als tijdens deze procedures worden gevoerd. De procedure wordt ingeleid door indiening van een verzoekschrift bij de rechtbank. Vervolgens bepaalt de rechtbank een datum voor een mondelinge behandeling. Deze mondelinge behandeling zal binnen drie weken nadat het verzoekschrift is ingediend plaatsvinden. Uw echtgenoot kan door middel van een advocaat een verweerschrift indienen, maar kan er ook voor kiezen om tijdens de zitting mondeling verweer te voeren. Twee weken na de mondelinge behandeling volgt de beschikking (uitspraak).
Wordt de voorlopige voorziening voorafgaand aan de echtscheidingsprocedure, procedure tot ontbinding van het geregistreerd partnerschap of de procedure tot scheiding van tafel en bed gevraagd, dan dient er binnen vier weken na de datum van de beschikking een verzoekschrift tot echtscheiding, ontbinding van het geregistreerd partnerschap of scheiding van tafel en bed bij de rechtbank te worden ingediend. Gebeurt dat niet, dan verliest de voorlopige voorziening haar kracht.
Wordt de voorlopige voorziening tijdens de echtscheidingsprocedure, procedure tot ontbinding van het geregistreerd partnerschap of de procedure tot scheiding van tafel en bed gevraagd, dan komt deze als hoofdregel te vervallen op het moment dat de echtscheidingsbeschikking of de beschikking tot ontbinding van een geregistreerd partnerschap in de registers van de burgerlijke stand zijn ingeschreven, of op het moment dat de beschikking van scheiding van tafel en bed in het huwelijksgoederenregister is ingeschreven. Naast deze hoofdregel gelden echter voor de diverse voorzieningen andere tijdstippen waarop de voorziening haar kracht verliest.